Homeopathie

Klassieke homeopathie stimuleert het natuurlijk zelfgenezend vermogen van het lichaam. Het (verdunde en geschudde) homeopathische middel kan pas werken als de symptomen van een patiënt gelijk zijn aan de symptomen die het middel zelf in onverdunde vorm kan opwekken bij een gezond dier. Naast de talloze effecten bij lichamelijke klachten, wordt het ook vaak met succes toegepast bij gedragsproblemen bij dieren. De basis van de homeopathie als geneeswijze is gelegd door de Duitse arts Samuel Hahnemann. Hij ontdekte dat in principe alle stoffen een geneeskrachtige werking hebben. De werking van een stof wordt versterkt door de stof op speciale wijze te verdunnen en te schudden: potentiëren. Een ingezet middel in de juiste dosering hoeft geen beginverergering te geven.

Afhankelijk van de benodigde informatie over een dier kan een middel gezocht worden dat past bij het hele dier en niet alleen de klacht. Als een middel past bij het dier op dat moment komt een verbetering of verschuiving van klachten op gang. Door deze nauwkeurig te evalueren kan het herstelproces in kaart worden gebracht. Vervolgens kan een goede vervolgbehandeling ingezet worden om te komen tot een dier met een goed werkend (natuurlijk) zelfgenezend vermogen, in balans met zijn lijf en zijn omgeving.